Verslag over voordracht over aardappelen in de moestuin van De Hefboom
Aardappelen
Als tuinliefhebber geniet ik van de eerste “nieuwe petatjes”. Ze zijn te lekker om te bewaren, ze moeten vers opgegeten worden.
In onze streken zijn aardappelen een geliefd vulproduct. Al moeten we toegeven dat bij de volgende generatie pasta en rijst ook deel uitmaken van de dagelijkse warme hoofdschotel.
Er zijn honderden soorten aardappelen.
Aardappelen indelen is niet de gemakkelijkste taak. Voor mij groepeer ik ze volgens bereidingen.
Anderen verkiezen de oogstperiode of zelfs het zetmeelgehalte als indeling.
Zeer vroeg int nieuwe jaar, als de grond niet bevroren is, spit ik het aan te planten perceel om. De eerstelingen gaan in februari de grond in.
Met beugels en bedekt met plastiek laat ik de eerste aardappelen boven komen.
Op een zonnige dag neem ik de plastiek weg om te verluchten en worden de planten aangeaard.
Later op de middag worden ze weer voor twee weken afgedekt. Zo probeer ik dit om de twee weken te herhalen.
Pas in mei, als de IJsheiligen in zicht zijn, zal de plastiek definitief verdwijnen.
In maart worden de andere soorten in de grond gestoken. Dit jaar had mijn voorkeur voor rode eersteling, Charlotte, Frieslander, lady Kristel, Nikola, Ratte en paarse Truffelaardappel.
Dit jaar is de coloradokever op bezoek. Het voordeel van vroeg te planten is dat je ook vroeg oogst.
Chemische bestrijdingsmiddelen en blauwe korrel horen volgens mij niet thuis in de moestuin. Tenslotte wil je de oogst ook zelf opeten of aan bekenden geven.
Liever minder of geen oogst dan vergif te moeten eten.
Zorg voor een goede bodem voor je begint te tuinhieren. Bewerk je grond met compost. Zorg voor wat verteerde stalmest of korrels.
Een moestuin is geen labo, laat de natuur haar werk doen.
Een aardappel kan gebreken hebben. Te klein, te groot, holle of zwarte plekken. Zelfs de schil kan er soms niet goed uit zien.
Een gemiddelde aardappelplanten brengt gemiddeld een kilo op. Volgens de aard van de grond en de klimatologische omstandigheden kan de oogst de helft of het dubbele.
Elke aardappelsoort heeft een andere structuur en gaartijd, We zijn het niet gewoon om onze soorten uit te kiezen naargelang de bereidingen.
Vastkokende aardappelen bevatten minder zetmeel waardoor ze hun vorm behouden. Een prachtige aardappel om in zijn geheel te koken.
Op het veld: Charlotte en Nikola.
Vrij vastkokende aardappelen behouden goed hun vorm maar zijn bloemiger na het koken. Deze aardappelen zijn ook geschikt voor kookaardappel, koude aardappelsalade en frietjes.
Op het veld: Frieslander
Bloemige aardappelen vallen uit elkaar na het koken omdat ze veel meer zetmeel bevatten.
Je kan ze gebruiken als kookaardappel, puree, gratinaardappelen, kroketten, stoemp en aardappeltaart.
Op het veld: Lady Christel
Nieuwe aardappelen kan je al in mei oogsten. De opbrengst is minder maar de smaak is geweldig. Nieuwe aardappelen moet je niet schillen. Doe ze in een emmer met koud water en roer met een stok. De schillen komen vanzelf los. Het water verversen en nog eens herhalen.
De “nieuwe aardappelen” zijn geen bewaaraardappelen en moeten zo spoedig mogelijk opgegeten worden. De aardappelen garen in de oven met een takje rozemarijn. Juist voor het serveren jonge lente-ui overstroomden. Ook in de frituur zijn deze petatjes
Op het veld: rode eersteling
Zoete aardappelen zijn eigenlijk geen aardappelen maar wel knollen. Qua vorm lijken ze er wel op maar hun smaak is eerder zoet. Bataat is wel net zo veelzijdig als een gewone aardappel. Je kan het pureren, bakken, stomen, garen in de oven en frituren.
Mijn voorkeur gaat uit naar zoete aardappel toe te voegen bij elke tomatenbereiding. Zo verstop je de zuurtegraad van de tomaat.