Bezoek aan t’GROM
Na het verwelkomingswoord van onze secretaris werd er buiten een kopje koffie gedronken.
De eerste tuin, die we bezochten, was een tuin van rond 800 n.C. Karel De Grote heeft er voor gezorgd dat zijn tuinen zelfvoorzienend waren in tijden van hongersnood. De kruiden waren voornamelijk voor medicinale doeleinden, de groenten werden uiteraard verwerkt in de burchtkeukens.
De 17eeuwse tuin met frivoliteiten, buxushaagjes en fruitbomen zorgde dat de rijke mensen hun bezoekers konden imponeren met hun groenten en fruit.
De derde tuin die we bezochten is de klassieke beddentuin die tussen de 19de en 20 ste eeuw in deze regio werden gebruikt. Tussen de bedden was er een kleine greppel om het overtollige water af te voeren. Asperges, rabarber, bonen, artisjok, kolen, schorseneren, …. groeiden weelderig in deze streek.
De laatste tuin is de sierlijke moestuin (de modernere tuin). Alles staat door mekaar, met wat te veel verwildering tot gevolg, volgens onze gids. Salie, oostindisch kers, dahlia’s, zonnebloemen, …
Het insectenhotel met veel solitaire bijen zorgen voor de bevruchting van de tuinen. Imker Louis zorgt voor de honingproductie.
Het weerstation met pluviometer, de thermometerhut en de windrichtingmeters met bliksemmeter registreren voor de grote regio.
De bliksemmeter kan tot 30km ver de inslagen meten.
De heliograaf meet het aantal zonnestralen door verbranding op een kartonnetje.
De rozentuin is in de jaren twintig gestart in de regio. De rozenkwekerij Lens is na generaties rozenkwekerij verkocht aan een Nederlandse investeerder. Hij heeft deze velden verkaveld.
In de serre is het lekker warm. Hier worden op tafels de nieuwe oogst gekweekt. Te vergelijken met de oude druivenserres van Hoeilaart.
Tabaksplanten werden verstopt tussen de aardperen , zodat ze door de bezetter tijdens WOII niet konden worden gevonden.
De bloemkoolserre zorgde voor de vroege Mechelse bloemkolen. Ze werden gezaaid in het najaar, dan uitgeplant in potten, beschermd tegen de vorst met omgekeerde bloempotten en jutten zakken, in het voorjaar uitgeplant in volle grond.
In de hedendaagse serre met rechte randen, warenhuizen genoemd, groeien druiven, tomaten, aubergines, paprika’s, pepers, pompoenen, komkommer, …
Na de bloemkolen werden de tomaten gezaaid.
In de moestuin ligt ook platglas om op een makkelijke manier snellere oogst te hebben.
Het veld van”Boer Achille” is een deeltuin geworden. Jaarlijks wordt deze tuin omgeploegd zodat pachters geen bomen kunnen aanplanten. Dus een serre is niet mogelijk op deze terreinen.
Het kaashok aan de zijkant van de hoeve zorgde als kaasrijperij.
In de schuur staan de oude werktuigen die de smid op maat liet maken voor de boer.
Een wortelwasmachine, een aspergemes, een preipin, ….. waren toen de nieuwe middelen.