De weergoden hebben het ons de laatste weken niet gemakkelijk gemaakt. Bakken water hebben we over ons ‘dak’ gekregen. Het heeft bij sommige tuiniers het probleem van bodembeheer (water overlast en verslemping van de bodem) pijnlijk bloot gelegd. Het ILV0 (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) heeft een lijstje opgesteld met de negen bodem-geboden. Hun artikel heeft me geïnspireerd om voor onze site iets neer te pennen: de vuistregels die je bodem in goede conditie houden en hem optimaal laten renderen.
1. Bovenal bemin je grond, het is een levend geheel
De bodem is je natuurlijk kapitaal en een bodem in goede conditie is essentieel voor een geslaagde teelt. Het is DE basis voor een geslaagde biologische teelt. De bodem verdient je volle aandacht. Bij vele tuinders is dit niet of onvoldoende het geval. Een bodem in een goede toestand zorgt voor een optimale benutting van voedingsstoffen, voorziet in voldoende lucht en water voor de planten, is sterk en goed bestand tegen erosie en verslemping, en maakt de planten weerbaar tegen ziekten. Bij een slechte bodemtoestand is het niet zo gemakkelijk dit met meer meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen recht te trekken. Alles heeft zijn limiet!
2. Maak contact met je bodem
Bekijk je bodem eens van dichterbij. Betast de grond eens en laat deze door je vingers glijden. Hoe voelt het aan? Stel jezelf de nodige vragen. Is structuur wel ok? Voed ik de bodem wel voldoende en/of op een verantwoorde manier? Bewerk ik de bodem wel diep genoeg? Zitten er eventueel storende lagen in de grond die de wortelgroei hinderen? Is de afwatering van het terrein zoals het moet zijn? Is de grond niet te nat en/of onvoldoende opgewarmd alvorens de grondbewerkingen werden aangevat? De regel is bewerk niet dieper dan het nodig is. Het bodemleven heeft plaats in bovenste 20-30cm. Vermijd het spitten indien mogelijk.
3. Heilig steeds de wet van eten en worden gegeten
De bodem is levend geheel van schimmels, micro-organismen, kleine tot grotere dieren die leven van plantenresten, door de wortels afgescheiden stoffen, van organische meststoffen. Het is dus geen chemische fabriek. De bodemorganismen zijn onze onmisbare en noodzakelijke bondgenoten die er voor zorgen dat de mineralen aanwezig in de bodem in een opneembare vorm voor de plant ter beschikking komt. Hun activiteits-niveau wordt bepaald door de hoeveelheid humus (organisch material) dat in de bodem voorradig is. Ideaal is 5% , vanaf minder dan 3% is het honger lijden. Humus is hun brandstof, zonder voldoende humus is er ‘armoede’ en kunnen de micro-organismen hun werk niet naar behoren doen. De micro organismen zorgen er ook voor dat de schadelijke organismen onder controle blijven. Het zijn onze beste helpers in de tuin die dag en nacht gratis onze tuin werken! Je moet alleen zorgen, dat ze eten krijgen (organisch materiaal, compost) en ze zo weinig mogelijk storen. Ze zijn het talrijkst aanwezig in de bovenste 10-15cm van de grondlaag. Indien mogelijk vermijd het spitten. Laat de grond niet braak liggen. Dek af met gewasresten of zaai een groenbemesting zoals bv. rogge (snijkoren).
4. Organische stof is van levensbelang voor de bodem dus nooit vergeten toe te dienen
Humus of organische stof is de motor van de levende bodem. Organische stof stimuleert het bodemleven, zorgt voor een betere structuur door de bodemdeeltjes aan elkaar te kleven. Dit leidt tot een betere water-lucht verhouding in de bodem. Het houdt tevens de mineralen vast
en het vermijdt de uitspoeling ervan naar het grondwater.
5. Betreed je grond enkel wanneer nodig en voldoende gedroogd is
Een verdichte bodem belemmert de wortelgroei en bovendien kan het water niet goed en snel genoeg in de bodem dringen = wateroverlast! Het tegenovergestelde gebeurt bij droogteperiodes, daar het grondwater niet kan opstijgen en binnen het bereik van de wortels kan komen. Dit veroorzaakt extra droogte-stress.
6. Teveel druk op de bodem wordt niet gedoogd
Maak van je stuk grond geen autosnel weg. Vermijd zoveel mogelijk het zwaar transport en het betrappelen van je bodem. Regelmatig een grondstaal van je bodem laten analyseren. Meten is weten. Het laat toe om te behoeften van je grond op een ordentelijke manier aan te
vullen om een optimale teelt te bekomen.
7. Bemest niet meer dan nodig
Bij de bemesting van je bodem bekijk je zowel het verleden en als wat je in de toekomst wenst te telen. Geef je juiste dosis. Bij overbemesting kunnen er bepaalde gebrekziekten optreden. Een overmaat aan voedingsstoffen kan het gewas gevoeliger maken voor ziektes en een
uitspoeling van wat de bodem niet kan vastleggen tot gevolg hebben. Je bent eraan voor de moeite!
8. Zorg voor een jaarrond bedekking van de bodem
De bodem bedekken tussen hoofdteelten met een groenbedekker is zeer belangrijk. Het vermijdt erosie (anders neemt bv.de wind de fijnste = vruchtbaarste deeltjes mee). De groenbedekker zorgt er ook voor dat gemakkelijk uitspoelbare elementen zoals bv. Stikstof
door het gewas opgenomen en vast gehouden worden = geen uitspoelen. Bij het onderwerken van de groendekker zorgt deze groenbemester voor een verhoging van het organisch materiaal met alle hierboven opgesomde voordelen voor het bodemleven en het gewas.
9. Vruchtwisseling daar is het om te doen
Een ruime vruchtwisseling is benefiet voor de bodem. Elk gewas heeft zijn eigen wortel-diepte en al dan niet specifieke opname, lees verbruik, van bepaalde mineralen. Het vermijdt ook overdracht van ziekten van de vorige teelt naar een volgende nieuwe teelt.
Gras en granen (snijkoren) verbeteren en versterken de toplaag, diep wortelende gewassen zijn gunstig voor drainage. Het zijn eenvoudige stelregels die van levensbelang zijn voor een gezonde bodem en die er voor zorgen dat je een langdurig en blijvend genot hebt van je tuin!
Mvg/RVE