Mechelen

Eenvoudige snoeiregels voor de teelt van appelen en peren

Syllabus – eenvoudige snoeiregels voor de teelt van appelen en peren.

De te volgen vuistregels voor de snoei zijn:

1.- de inplantingshoek van de tak/twijg. Hoe scherper ingeplant hoe harder hij zal groeien en dit in funktie van zijn locatie in de boom.

2.- de ratio – verhouding stam/tak/twijg. Max. 3 voor de stam 1 voor de tak of twijg.

Bv. stam 9cm, dan is inplant max.3cm. Bij volgroeide bomen is deze verhouding van minder belang maar mag niet 100% verwaarloosd worden. Vooral in het bovenste gedeelte van de boom daar deze dominant dreigen te worden en een ‘treurboom effect’ veroorzaken.

3.- de apicale dominantie. De apicale knop (eindknop) gaat het uitlopen van de onderliggende ogen tegenhouden of verminderen. De terminale knop (eindknop) is het stuur van de twijg/tak. De impact op de groei is soort en ras gebonden.

Deze 3 vuistregels (ratio, apicale dominatie en de inplantingshoek) zijn van toepassing op alle houtachtige fruitsoorten.

   De opkweek van de fruitboom                                                                                                                                                              De eindknop wordt bewaard – harttak wordt niet ingekort – de onderliggende ogen verwijdert. Dit gebeurt ook voor de eventuele aanwezige gesteltakken tot dat de gewenste grootte bereikt is.

Wanneer de boom zijn volledige grootte heeft bereikt gaat men over naar de click-snoei. Men snoeit de verlengenis van de best geplaatste tak op 4/5 ogen.

Bij peren voor sterke kopgroeiers kan het nodig zijn om de harttak in te snoeien om eerst het basis gedeelte te vormen.


Snoei van de vruchttak en het vruchthout tijdens de winterperiode.

De twijgen worden niet !!!ingeknipt. Behoud enkel goed geplaatste twijgen met de juiste ratio en inplantingshoek.

Buig uit waar nodig (vooral tijdens de juviniele of de opbouw fase).

De harttak wordt niet ingeknipt tot hij de beoogde hoogte bereikt heeft. Dan past men de click-snoei toe om de boom op de gewenste hoogte te behouden.

Pas een verjongings-snoei toe op het vruchthout (samengesteld – op stomp).

Scheuten/vruchthout aan de onder- of rug zijde worden verwijdert.

Indien nodig, het aantal bloembotten verminderen.

Zorg voor de nodige ruimte tussen de takken. Licht is gezondheid, kwaliteit en productie.

Zorg voor een ‘schouw’ en ‘venster’ in de boom.

De spil is een eenvoudige, gemakkelijk op te kweken boom.

Hoe te snoeien?

  • te sterk opgaande takken verwijderen
  • Takken zonder eindknop (hergroei bv) ook wegsnoeien – eventueel op stomp.
  • Druiphout binnenkant boom
  • Kruisende gesteltakken die het licht ontnemen
  • Licht venster voorzien van 30-50cm
  • Harttak niet inknippen tenzij clicken bij volledige hoogte
  • de takken met bloemknoppen niet doorknippen – indien nodig snoeien op de overgang van 1 naar 2-jarig hout

Uitbuigen = vervroegd het in productie komen.

De struikis een soort spil met een langere stam en meer ontwikkelde gesteltakken.

Behoud de natuurlijk groeiwijze van de tak = recht! Geen kronkels!

Verwijder waar mogelijk de 1-jarige scheuten zonder een terminale bloembot. Doe ook de opkuis waar nodig van de door witziekte en andere plagen aangetaste twijgen. Vermijd het inknippen van twijgen/takken. Dit is niet het soort groei dat we wensen. Zet groei om in productie.

Kweek fruit, geen hout.

De groei moet uit de bodem komen NIET door de snoei!!

Zomersnoei.

Door de grote ingrepen is het evenwicht kroon/wortelgestel verstoord. Dit gaat zich resulteren in veel scheutgroei op ongewenste plaatsen.

Wat te doen in geval van een te sterke groeikracht?           

1.- inzagen van de stam                     2.- wortelsnoei – daar waar de wortel een duim dik is.

Uit te voeren 40 dagen na de bloei.       Einde herfst of in het voorjaar.

3.- Uitbuigen(60°)remt de groei af en bevordert de bloemknopvorming.

Uitbuigen bij volledige groeistilstand – best vanaf na de bladval. Daar anders de uiteinden zich terug zullen omhoog groeien. Vermijd ‘katteruggen’ bij het uitbuigen. Men buigt uit best vanaf de volledige stilstand van de groei – vanaf de bladval.

Dunnen na de junirui is nodig om ingeval van een te hoge vrucht-zetting de uitputting van de boom te voorkomen (beurtjaren). Doe een eerste vruchtdunning tijdens de winter door het verminderen van het ‘teveel’ aan bloembotten. Het voorkomt energie-verlies voor de boom.

Dit om de vruchten op smaak te houden en een goede maatsortering te kunnen plukken. Langstelige vruchten (Golden Delicious) kan men per 2/3 laten – kortstelige rassen zoals Boskoop enkel zetten.

Bij jonge, nog te vormen bomen zeker de vruchten verwijderen van de uiteinden harttak en gesteltakken. Dit vermijdt het uitbuigen = verzwakking van de verlengenis groei.

De snoei bij perenzijn de vuistregels dezelfde als voor appelen.

1.- de inplantingshoek                 2.- ratio                 3.- apicale dominantie

Bij peren moet er meer aandacht geschonken worden aan het verjongen van het vruchthout. Dit is volgens het ras. De hoogste productie is, in het algemeen, op het 2-jarig hout.

Bij sterke kopgroeiers zoals bv. Doyenné du Comice kan men de harttak inknippen in het geval dat er eerst een basis moet opgebouwd worden (bv.tafel). Bij het uitlopen van de ogen moet men pluizen.

Door het inzagen van de stammen (oudere bomen) of het wortelsnoeien, verhoogt men in een bijzondere mate de vruchtdracht, dank zij een verminderde groeikracht. Dit heeft tot gevolg, meer bloembot vorming en verminderde concurrentie tussen de scheutgroei en de jonge vruchten (= verminderde junirui).

Door Van Engelgem Roger